Onderzoek: voedingstoestand en diëtistische behandeling
10 februari 2025
Onderzoeksvraag: Hoe verhoudt de energie- en eiwitinname van geriatrische revalidanten bij opname zich tot de individuele norm. Hoe verschilt deze verhouding tussen revalidanten die niet/wel verwezen worden naar een diëtist voordat er eventueel een behandeling ingezet is?
Context
Geriatrische revalidanten hebben vaak te maken met een verhoogde lichaamsbehoefte en een verminderde energie- en eiwitinname, wat het herstel kan belemmeren. Een adequate voedingsinname is cruciaal voor het herstel. Diëtisten spelen hierbij een belangrijke rol in het optimaliseren van de voedingstoestand en spierfunctionaliteit. Dit onderzoek richt zich op de voedingsinname (energie en eiwit) bij opname. Bij de revalidanten met een verwijzing voor de diëtist is het dieetadvies niet meegerekend.
Doel
Het doel van dit onderzoek is vroegtijdig inzicht te krijgen in de energie- en eiwitinname in relatie tot de norm van elke geriatrische revalidant. Dit inzicht kan bijdragen aan het optimaliseren van het revalidatieproces.
Methode
- Een kwantitatieve, beschrijvende studie met een cross-sectioneel ontwerp werd uitgevoerd bij geriatrische revalidanten van twee GRZ-afdelingen (Kadijk en Lavendel)
- De voedingsinname werd kort na opname (2-5 dagen) in beeld gebracht via 24 uur recall of uit voedingsanamneses van de betrokken diëtist (exclusief advies)
- De energie- en eiwitinname is daarna berekend met de Eetmeter
- De individuele energie- en eiwit norm is berekend via het Zakboek Diëtetiek
- Tevens zijn de opnamediagnoses in beeld gebracht
- Om verschillen tussen de groepen die wel of niet verwezen zijn en de locaties te analyseren is de data ingevoerd in Excel en SPSS
Conclusie
- 98% van de geriatrische revalidanten krijgt bij opname onvoldoende energie en eiwitten binnen, ongeacht of zij verwezen zijn naar een diëtist
- Er is een verschil in het verwijsbeleid naar een diëtist te zien tussen Kadijk (60%) en Lavendel (80%).
De totale energie-inname is bij Kadijk (58%) hoger dan bij Lavendel (48%). De totale eiwitinname is ook hoger bij Kadijk (59%) dan bij Lavendel (52%). Bij revalidanten met verwijzing is de energie-inname bij Kadijk (57%)
hoger dan bij Lavendel (49%), en bij revalidanten zonder verwijzing is dit 59% bij Kadijk en 47% bij Lavendel. De eiwitinname bij revalidanten met verwijzing is 60% bij Kadijk en 54% bij Lavendel, en zonder verwijzing 55% bij
Kadijk en 50% bij Lavendel. - Ter optimalisatie van het revalidatieproces is een vroegtijdige screening op individuele energie- en eiwitinname in relatie tot de lichaamsbehoefte essentieel. Op basis van deze screening kan er meer gericht
verwezen worden. Energie- en eiwitrijke extra’s, digitale monitortools ondersteunen individuele interventies en een sneller herstel. - Tevens is er aanvullend onderzoek nodig
Aanbevelingen
- Tijds- en actieschema opstellen
Een schema biedt een gestructureerde aanpak voor een optimale revalidatie vanuit voedingsperspectief vroegtijdig na opname. Met het standaard invoeren van een screening volgt wel of niet een verwijzing voor een diëtist en een passend behandelplan waardoor de voedingsinname op norm is. Dit voorkomt dat revalidanten met (een risico op) ondervoeding en spierafbraak niet gesignaleerd worden. - Energie- en eiwitrijke extra’s
Reden: Energie- en eiwitrijke extra’s (10-15 gram eiwit) zorgen voor een betere voedingsinname dat meer aansluit bij de norm
Aanpak: Standaard aanbieden van energie- en eiwitrijke voeding en onderzoek naar geschikte extra’s, rekening houdend met smaakvariatie - Digitale monitortools
Reden: Helpen bij het monitoren van dagelijkse voedingsinname en voortgang, zodat tekorten tijdig worden gesignaleerd
Aanpak: Gebruik van apps of elektronische cliëntendossiers om voedingsinname in kaart te brengen en acties te ondernemen - Aanvullend onderzoek
Reden: Meer inzicht in een gebruiksvriendelijke eiwitapp en invoeren screeningstool ECD
Aanpak: Onderzoek naar het verbeteren van het revalidatieproces en herstelduur - Overweeg het standaard inschakelen van een diëtist bij geriatrische revalidanten, vooral bij degenen meteen verhoogd risico op ondervoeding (bijvoorbeeld ouderen kliniek, algemene revalidatieafdeling)
- Het opstellen van een tijds- en actieplan waarin het moment van doorverwijzing en de verantwoordelijkheden van zorgverleners duidelijk worden omschreven, kan helpen bij het optimaliseren van de voedingsinname
- Voer bij opname een screening uit met het SNAQ en herhaal dit wekelijks gedurende het revalidatieproces om de veranderingen in voedingsstatus vroegtijdig te herkennen. Ook kan zo het mislopen van ondervoede cliënten worden geminimaliseerd
- Bied standaard meer energie- en eiwitrijke tussendoortjes en verrijkte maaltijden aan om de voedingsinname dichter bij de aanbevolen normen te brengen. Kleine, frequente maaltijden kunnen vooral nuttig zijn voor revalidanten met verminderde eetlust
Locaties
De geriatrische afdelingen van:
- Omring, afdeling Kadijk
- Omring, afdeling Lavendel
- De Zorgcirkel
Onderwijsinstelling
Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Voeding en Diëtiek, jaar 2024-2025
Opdrachtgever en meer voor informatie
- Docentbegeleider: Halime Oztürk
- Praktijkbegeleider: Monique Huigen en Afra Botman